Column Femke IJsseldijk
Test 1, 2, 3, test …
Columniste Femke IJsseldijk benadrukt het belang van testen in elk ontwerpproces.

Femke IJsseldijk is columniste voor voor HZ Discovery
Ingenieurs houden van testen. Dat komt omdat ze houden van dingen die werken volgens plan. Als je een ingenieur laat doen wat ze het beste vindt in een ontwerp, zal ze afmetingen verdrievoudigen, onnodig dure (maar lichte, sterke en onderhoudsvrije) materialen kiezen en allerlei trucjes inbouwen voor het geval dat het overdreven betrouwbare ding nog niet betrouwbaar genoeg is. En dan testen en zich verkneukelen. Natuurlijk zijn ze voortdurend in gevecht met de financiële afdeling, want vanuit het oogpunt van de ingenieur kun je het of goed of goedkoop hebben, maar niet allebei.
Wat testen betreft: we ontwerpen en bouwen niet eerst een hele machine of fabriek om die vervolgens uit te proberen, maar we experimenteren voortdurend. Onderdelen worden getest, energie- of materiaalstromen worden gesimuleerd, afmetingen worden gecontroleerd. Niet alleen op het einde, maar in alle stadia van ons ontwerpproces. Het lijkt op trial and error: voortdurend aanpassingen maken en kijken of ze werken. Maar in tegenstelling tot trial and error denken ingenieurs na voordat ze het proberen. Tenminste, meestal. En we leren van onze fouten. Daarom leggen we ze vast.
Vuistregel
Tot mijn vreugde is design thinking ook in andere sectoren ontdekt als een nuttig hulpmiddel. Maar zo populair als het deel 'creatief denken' is, zo impopulair is het aspect 'testen'. Het lijkt een kwestie van mentaliteit: waar de focus ligt op perfectie (en wie waardeert dat niet in, bijvoorbeeld, de medische wereld) lijkt het raar om te gaan evalueren als dingen nog lang niet perfect zijn. Maar daardoor worden er wel veel kansen op verbetering gemist!
Veiligheid voor alles is een prima vuistregel, maar bij ontwerpen is het onvermijdelijk om producten en procedures te testen die nog niet af zijn, er nog wat schetsmatig uitzien, nog wat wiebelig aanvoelen. Een prototype is niet het echte werk, het is goed genoeg om geëvalueerd te worden maar zo goedkoop mogelijk. En het wordt gemaakt voor een specifiek doel: als het uiterlijk van een ontwerp moet worden beoordeeld, kan een prototype er perfect uitzien maar helemaal niet werken. En als een mechanisme moet worden getest, wordt het uiterlijk verwaarloosd zolang het mechanisme maar betrouwbaar is. Deze aanpak voorkomt grote uitgaven aan ideeën die niet genoeg potentie hebben om succesvol te worden. Dus als je wilt innoveren, zul je moeten testen.
Terzijde: 'tryability' is zelfs een van de succesfactoren voor consumentenproducten; als consumenten een product kunnen proberen zonder al te veel kosten of moeite, is de kans op succes groter.
Eindgebruiker
Dus bij deze mijn advies. Bouw in elk ontwerpproces - of je nu gebouwen, software, medische procedures, wetgeving enzovoort ontwerpt - momenten in om je ideeën te evalueren. Indien mogelijk: haal de eindgebruiker erbij. Bedenk over welke aspecten je meer informatie wilt hebben en ontwerp je evaluatieprocedure en je prototype daarop. Besteed je tijd en geld verstandig: het is slimmer om vaak te testen in de eerdere fasen van het ontwerpproces dan te wachten tot het product af is en alleen dat te evalueren, hoe uitgebreid de tests ook zijn die je kunt uitvoeren als alles perfect is.
Dat is de paradox: de kans dat je ontwerp perfect is, is groter als je niet wacht tot het perfect is om het te testen! O en heb alsjeblieft een beetje plezier, zelfs, of vooral, als dingen niet werken zoals ze gepland waren. Realiseer je dat je jezelf toekomstige gêne hebt bespaard en verbeter je ideeën aan de hand van de testresultaten. Testen is een creatieve stap op zich, het wordt tijd dat het wat positieve pers krijgt!